“Kijk nou wie ik vond op de oprit?” Hij kijkt haar lachend aan wanneer we, via de achtertuin en de garage, hun keuken binnenlopen. Ik had me wederom verwonderd over de zoveelste onkruidloze oprit toen ik mijn auto voor hun woning parkeerde. De verbazing moet van mijn gezicht af te lezen zijn geweest. Na het ontvangen van tips over verschillende middelen tegen onkruid en mos, liep ik richting zijn vrouw voor de wondverzorging.
Beiden zijn halverwege de tachtig. Ze houden van het leven. Lachen heel wat af. En genieten. Zolang het hun gegeven is. Want ze zien steeds vaker in hun omgeving dat dit niet vanzelfsprekend is. Dankbaar zijn ze voor elkaar en de liefde die hun al bijna 60 jaar verbindt. “Ik word soms zo moe van die zuurpruimen.” Ze vertelt over een kennis voor wie ze dag in dag uit klaarstaat. “Die kan alleen maar zeuren. Nooit is het goed. Telkens klagen. Het gras bij de buren is altijd groener. Ik zei gisteren nog tegen m’n man. Ik stop ermee. Ik doe het niet meer.” Ze vraagt of ik dat veel meemaak. Van die zuurpruimen. Ik noem het liever mensen met veel onkruid in hun bovenkamer. Negatieve gedachten, vastgeroeste patronen en onderdrukte emoties die ze allang niet meer dienen. Hardnekkig onkruid is het, dat zich niet alleen verspreid via zaadjes, maar ook via de wortels. Als je er niets aan doet, gaat het woekeren. En wordt dat je nieuwe normaal. Zo krijgen zonnebloemen logischerwijs geen enkele kans om tot bloei te komen. Ik ontmoet mensen die de oorlog hebben meegemaakt. Die armoede hebben gekend. Die weinig zijn aangeraakt. Waar aandacht en liefde ontvangen niet in de basis aanwezig was. Die emoties hebben onderdrukt (en nog). Die vooral hard gewerkt hebben en deden wat er van hen gevraagd werd. Levenservaringen waardoor onkruid de kans kreeg uit te groeien tot een gebied met ongewenste en verwilderde planten. Met alle gevolgen van dien. Ik prijs me gelukkig met zoveel complementaire en reguliere zorgwijzen in ons land, waardoor je onmogelijk alleen met je sores (en onkruid) kan blijven zitten. Want één ding weet ik zeker: ik wil nooit een zuurpruim worden. En daar doe ik dan ook m’n uiterste best voor. Door m’n onkruid te herkennen, te wieden en verwijderen. M’n laantje schoon te houden. En zo ruimte te creëren voor zonnebloemen. Die mij eraan herinneren mijn gezicht altijd naar het licht te draaien, zelfs in uitdagende omstandigheden. En dat ik kan bloeien, zelfs als de dingen moeilijk lijken. En dan mogen die zuurpruimen bij mij best even hun beklag doen. Ik kan niet oplossen wat er aan onkruid in hun hoofd en onder hun huid is gekropen. Maar aandacht en liefde zijn universeel. Altijd in te zetten en te geven. Overal waar je het toelaat verdiept het de verbinding met jezelf, de ander en de wereld om je heen. Je kan er ieder moment mee starten. En het kost je niets. Zodat ook de zuurpruim mogelijk een glimp mag opvangen van de zonnebloem die hij of zij in essentie is. ❤️
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
AuteurIn haar werk als lichaamsgericht en energetisch therapeut en als complementair zorgverlener in de wijk schrijft Miranda over het belang van voelen, aandacht & contact bij angst, onrust en spanning. Categorieën
Alles
Archieven
Juni 2024
|